Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Amsterdamse School 1920-1930.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

het ontstaan van;
zie extra   de naam Amsterdamse School;

stijl kenmerken;

voorbeelden;



 
De grootste concentratie van Amsterdamse School-gebouwen vindt men in Amsterdam, maar ook buiten Amsterdam werd in deze stijl gebouwd.
Daar waar het vaak een eenling was die in andere middelgrote steden deze bouwstijl vorm gaven waren het in Groningen meerdere.
 

Het ontstaan van:

Gebouwen uit de Amsterdamse Schoolperiode zijn met name grote (sociale) woningbouwprojecten, scholen en enkele utilitaire werken want volgens de Woningwet van 1901 moesten gemeenten met meer dan 10.000 inwoners (dus ook Amsterdam) een uitbreidingsplan maken. zie  indien gewenst het subonderwerp "De Woningwet" van het onderwerp "Wonen in de nieuwe westerse wereld" behorende bij het onderdeel "1850-1950 (techniek, wetenschap en maatschappij) - wonen". Daarnaast had de Dienst publieke Werken van de Gemeente Amsterdam nog een ander probleem die moest worden opgelost.
De vele bruggen van baksteen en hout waren niet op het transport van het moderne leven berekend. Ze waren, te zwak, te smal of te steil en daardoor ongeschikt. Veel van deze oude bruggen waren in de 19e eeuw al vervangen door andere vlakkere constructies van nieuwe industriële materialen zoals gietijzer en staal. Deze bruggen welke ontworpen waren door ingenieurs en constructeurs hadden echter een probleem:   de kloof tussen practische ingenieurskunst en artistiek verantwoorde vormgeving was vaak vrij groot.
De hieronder genoemde architecten Van der Mey en Kramer werden daarom als esthetisch adviseur in dienst genomen om dit te verbeteren, hetgeen overal op straat bij de talloze bruggen die de stad rijk is nog steeds is te zien.

De belangrijkste en eerste architecten van de Amsterdamse School waren Michel de Klerk, Piet Kramer en J.M. van der Meij, die allen in Amsterdam als tekenaar waren begonnen op het bureau van Eduard Cuypers.

Deze Eduard Cuypers (een neef van P.J.H. Cuypers, de bouwer van het Rijksmuseum)was niet alleen geïnteresseerd in de buitenkant, maar ook in de binnenkant van een gebouw. Aan zijn architectenbureau was dan ook een atelier voor binnenhuiskunst verbonden. Rond 1910 begonnen zij voor zichzelf en ontwikkelden samen deze nieuwe 'Amsterdamse School' bouwstijl.

Schoonheid was voor hen  (in tegenstelling tot die van Berlage:   die dat soort ideeën ondragelijke verschijningen van burgelijke individualisme vond (Nederlandse bouwkunst 1995))  een eerste vereiste.
Ze haalden hun inspiratie uit verschillende bronnen. Ze keken naar de natuur - vooral naar schelpen, weekdieren en kristallen -, waarvan ze de organische vormen en de groeikracht bewonderden en ze verwerkten motieven uit de volkskunst.

In 1923 overleed De Klerk. De Amsterdamse School verloor hiermee haar belangrijkste boegbeeld, al zou de bouwstijl (niet alleen in Amsterdam, maar ook landelijk)  nog meer dan een decennium blijven voortbestaan. klik hier om naar boven te gaan



 

Stijl kenmerken:

Kenmerkend voor de Amsterdamse School is het gebruik van veel baksteen en het toepassen van versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen.
Baksteen is namelijk heel geschikt voor plastische vormen, omdat de klei in elk gewenste model en maat kan worden gevormd en gebakken. en dat in een tijd dat bakstenen, vanwege de grotere vraag naar straatklinkers, niet alleen schaars maar ook duur waren.
zie  indien gewenst voor de fabricage van baksteen uit die tijd
het onderwerp "Baksteen" behorende bij het onderdeel "materialen - steen/beton + stuc".
De vaak plastische gevels zijn meestal gevuld met laddervensters en worden bekroond met steile daken en soms met torentjes versierd.

Deze gemeenschappelijke vormentaal waarbij niet doel en constructie, maar expressieve vormen het uitgangspunt waren ontstond in Amsterdam onder voornamelijk jonge architecten;   en is hierdoor dan ook verwant met het expressionisme.

Al hoewel er geen eenheid is zijn er door de overeenkomsten in de vormentaal, binnen het geheel van de amsterdamse School, wel een aaantal stadia te onderscheiden.

  *)

A et A (Architectura et Amicitia) was een genootschap voor Nijverheidskunstenaars. Zij gaven onder andere een tijdschrift uit onder gelijkluidende naam.


Deze verdeling in stadia, waarbinnen weer verschillende groepen voorkomen, is natuurlijk nooit erg strikt te maken, daar vele architecten in verschillende stadia zijn onder te brengen.
klik hier om naar boven te gaan


 

Voorbeelden:

'Het Scheepvaarthuis':

Het eerste belangrijke gebouw waarin de architecten van de Amsterdamse School (als voornaamste architect wordt meestal v.d. Mey genoemd, maar de Klerk en Kramer werkten ook hieraan mee) de kans kregen om hun droom van binnen- tot buitenkant te verwezelijken was 'het Scheepvaarhuis' aan de Prins Hendrikkade:   een kantorencomplex welke in opdracht van de zes grootste scheepvaartmaatschappijen gebouwd werd rond 1913/1916.
Het kreeg als één der eerste gebouwen van Nederland een gewapend betonskelet volgens het systeem van hennebique waarbij alle constructieve delen aan elkaar waren gegoten.
De zichtbare bakstenen buitenhuid werd hiertegenaan geplakt. Maar omdat dit metselwerk niets anders te dragen had dan zijn eigen gewicht kon het als een kleed worden geplooid rond het betonnen geraamte en worden gevoegd in elk gewenst patroon.
Er zijn daarom naast de gewone gebruikelijke bakstenen vele andere soorten qua kleur en vorm toegepast dee ook weer verschillende metselverbanden vereisten.
Omdat al tijdens het begin van de bouw al reeds het vermoeden dat het te klein zou zijn werd met de vervaardiging van de speciale bakstenen hier al rekening mee gehouden. In 1926 en 1928 werd het gebouw dan ook in dezelfde stijl uitgebreid.
 

 

De eerste Amsterdame woningbouw in de stijl van de Amsterdamse School:

Het eerste door de Woningwet verplichte Amsterdamse uitbreidingsplan van H.P. Berlage, hoewel goedgekeurd door de gemeenteraad, werd uiteindelijk niet uitgevoerd.
Ondertussen drong wel de tijd. De woningnood was door de toenemende verstedelijking groter dan ooit en de bouw van nieuwe huizen kostte meer tijd dan de sloop van de door de Gezondheidswet (welke gelijktijdig met de Woningwet was ingesteld) onbewoonbaar verklaarde krotten.

Volgens de hier genoemde Woningwet moesten gemaakte uitbreidingsplannen om de tien jaar worden herzien en daarom kreeg Berlage wederom een nieuwe opdracht voor het maken van een uitbreidingsplan dat in 1917 werd goedgekeurd, maar ditmaal wel met gevolg.

Het grootste gedeelte van dit uitbreidingsplan, dat door andere architecten moest worden ingevuld, was bestemd voor woningbouw en daarvan weer driekwart voor volkswoningbouw. Michiel de Klerk ontwierp daarna in opdracht van de arbeiders woningbouwvereniging 'Eigen Haard' een wooncomplex dat al gauw (vanwege de scherpe driehoeksvorm, de golven van baksteen in de gevel en de horizontale geledingen) de bijnaam 'Het Schip' kreeg.

Maar voordat hieraan werd begonnen had De Klerk hier in de Spaarndammerbuurt al enige woningblokken ontworpen.

 
  Waaronder voor de bouwondernemer Klaas Hille
blok A:  ontworpen in 1913 en gebouwd in 1913-1914.
(Voor deze bouwondernemer had hij al eerder, in 1911, een woningblok aan het J.Vermeerplein ontworpen.)

En daarna volgde voor de woningbouwvereniging 'Eigen Haard' blok B ontworpen in 1914 en gebouwd in 1915-1916

En daarna kwam (het hiervoor genoemde woningcomplex 'Het Schip') blok C ontworpen in 1917 en gebouwd in 1921, met een postkantoor (P) en een verenigingszaal (V).

Nadat het postkantoor in 1999 werd gesloten, werd hier vanaf 2001 het Museum Het Schip gevestigd, welke gewijd is aan de Amsterdamse School. Daarna werd in 2016 het schoolgebouw dat eveneens onderdeel was van het bouwblok na verbouwing in gebruik genomen als museumgebouw.
 

Amsterdame bruggen welke zijn uitgevoerd in de stijl van de Amsterdamse School:

De meeste van deze bruggen ontstonden op de tekentafel van Piet Kramer. Tussen 1916 en 1952 was hij werkzaam bij de Publieke Werken en maakte hij 500 ontwerpen waarvan er 220 werden gebouwd, waarvan een groot aantal in de stijl van.

 

Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 11-12-2024"

 

 
klik hier om naar boven te gaan


 

 

 extra informatie behorende bij:
de naam Amsterdamse School:
klik hier om naar boven te gaan

  *)

Wendingen - tijdschrift voor bouwen en sieren
opgericht in 1918 door Wijdeveld.

Wendingen is voor de verbreiding van de Amsterdamse school van zeer groot belang geweest, daar het blad als spreekbuis fungeerde.


klik hier om naar boven te gaan